Pagina overzicht
Bezinning
De Universele Eredienst is voor alles een dienst van bezinning die troost kan brengen en nieuwe moed kan geven en die kan inspireren. Dat is hard nodig in een wereld van tegenstellingen, zeker ook op religieus gebied, waar - paradoxaal genoeg - dikwijls haat wordt gezaaid in plaats van liefde en sympathie.
Inayat Khan heeft een vorm gevonden om de eenheid van religieuze idealen aanschouwelijk te maken. Het goddelijk licht dat in de loop der eeuwen door profeten - de boodschappers van God - aan de wereld is gebracht, wordt symbolisch voorgesteld door het licht dat boven het altaar brandt en waaruit de zeven kaarsen op het altaar worden aangestoken. De wereldgodsdiensten die door deze kaarsen worden gesymboliseerd, zijn het hindoeïsme, het boeddhisme, de godsdienst van Zarathoestra, de joodse godsdienst, het christendom en de islam. De zevende kaars is het symbool voor alle bekende en onbekende mensen die in de wereld het licht van de waarheid in de duisternis van menselijke onwetendheid hebben hooggehouden. Op het altaarkleed is het soefi-embleem aangebracht: een gevleugeld - dus bevrijd - hart. Religie werkt immers niet beperkend, maar bevrijdend. In het hart bevindt zich een wassende maan die de ontvankelijkheid van het hart symboliseert voor het goddelijke licht dat wordt voorgesteld door de vijfpuntige ster.